Algemeen:

De blauwvleugels zijn algemeen in hun leefgebied en worden waargenomen in valleien, spaarzaam met hout begroeide graslanden en zandduinen aan de kust, soms worden ze ook in gezelschap gezien van  de Elegant. Vooral in Tasmanië zijn het vrij algemeen voorkomende vogels.  Ze verplaatsen zich over de Bass-straat heen en weer tussen het vaste land en Tasmanië. Afhankelijk van het broedseizoen ziet men deze vogels paarsgewijs of in kleine groepen. In het noorden van Tasmanië en in het zuiden van Victoria langs de kust bij Geelong worden ook wel zwermen van meer dan honderd vogels waargenomen. De plaatselijke bevolking zegt dat ze dan de oversteek gaan maken van het vaste land, naar het eiland Tasmanië misschien rusten ze dan op een van de eilanden zoals King eiland. Alhoewel er in de winter op Tasmanië meer blauwvleugels worden waargenomen, kan dit wel juist zijn. In de ochtenduren en in de avond zijn ze meestal op de grond en voeden zich met zaden zoals bloesems, bessen, vruchten, kleine insecten en larven. In Tasmanië eten ze meer kangoeroe - gras, zilverhaver en harige zonnedauw. Op het midden van de dag zitten ze rustig in een boom, met hun koppen tegen de heersende wind, want langs de kust en op een eiland staat bijna altijd wel wat wind.

Geluid:

In de vlucht een zacht melodieus tweelettergrepig geluid, hun alarmroep is scherper en harder.

Nestelen: 

Het balts gedrag is een fraai schouwspel, de man vliegt richting de pop, gaat hoog op de poten staan, doet de vleugelbochten van het lichaam, gaat dan met de schouders heen en weer, en blijft maar kwetterende geluiden maken, dit kan hij wel minuten volhouden. Maar de elegant doet dit met zijn iets slankere houding  nog iets eleganter. Het broedseizoen is van september tot januari. Het nest is in een holle boomtak of een holte in de stam, men kan ook meerdere nesten in een boom waarnemen. Op vermolmd hout worden 4 tot 6 eieren gelegd, die alleen door de pop bebroed worden. De broedtijd is tussen de 18 en 20 dagen. De jongen vliegen na  4 á 5 weken uit, waarna ze nog een paar weken door de ouders worden gevoerd. Mannen en poppen zijn als jonge vogels zeer moeilijk te herkennen. Hun volwassen verenkleed krijgen ze na 6 of 7 maanden, maar het duurt nog wel een jaar voor ze volledig op kleur zijn.

KEURTECHNISCHE AANWIJZINGEN (K.T.A.)

Wildkleur Man & Pop:  De blauwvleugel parkiet moet een geblokt model tonen, smalle iele vogels dienen bestraft te worden. Hoewel de blauwvleugel wat grauw van kleur overkomt, moet de kleur wel helder en egaal zijn. Vooral in de borst zien we regelmatig dat de kleur vlekkerig is. Deze moet donkerolijfgroen zijn. Veel voorkomende fouten zijn: te geel in de borst, een overheersende blauwe waas, de afscheiding tussen borst en buik die niet strak is. Ook moet de blauwvleugel man een oranje buikvlek tonen. De voorhoofdsband loopt tot aan het oog en is iets minder sprekend dan bij de elegant parkiet. De blauwe vleugelband is diep ultramarijnblauw tegen kobaltblauw aan. Achter het oog moet een duidelijk gele ring te zien zijn. Zie ook keurtechnische aanwijzingen algemeen. Van de blauwvleugel zijn de minste mutaties (binnen de Neophama groep) bekend, namelijk: misty en blauw. De blauwe is voor zover bekend alleen in Australië aanwezig.

Standaard Groen en primaire mutanten